HISTORIEK
DE START
Krokusfestival startte in 1996 in een organisatie van cultuurcentrum Hasselt. De kracht van het festival was vooral regionaal en participatief: het stimuleerde ouders uit de regio om kennis te maken met de boeiende wereld van wat men toen nog ‘jeugdtheater’ noemde.
Opmerkelijk was dat de eerste editie (in 1996) nog niet de naam Krokusfestival droeg. Het was gewoon een initiatief om voorstellingen en workshops tijdens de krokusvakantie te bundelen. Pas op de brochure van 1997 staat ‘Tweede editie van het Krokusfestival’.
DE VOORZICHTIGE DOORGROEI
Vanaf 2003 werden de doelstellingen van Krokusfestival verscherpt: internationalisering, stimuleren van creatie en productie, focus op dans en uitgroei tot een sectoriële ontmoetingsplek. Om dat waar te kunnen maken werd het festival tussen 2004 en 2008 tweejaarlijks georganiseerd en werd inmiddels gezocht naar financiële mogelijkheden om de ambities waar te kunnen maken. Vanaf 2008 werd het festival jaarlijks én werd een dubbelstructuur opgezet: Krokus Dans (oneven jaren) en een multidisciplinaire XL-versie (even jaren).
Het Krokusfestival Dans 09 was het eerste internationale festival in Vlaanderen dat exclusief gericht was op dans met en voor een jong publiek. Er waren twaalf gezelschappen te gast, waarvan zeven internationale. Daarnaast was er work-in-progress van Busy Rocks, inti/Laika en Etienne Guilloteau. In samenwerking met het V.T.I. organiseerde het festival de internationale studiedag ‘De dans ontsprongen’. Ook vanaf 2009 werd de provinciale en euregionale inbedding sterk geïntensifieerd. Tenslotte werd ervoor gekozen om de eerste drie festivaldagen uitgebreid in te zetten op het onderwijs (voorstellingen, workshops, nascholing).
In 2010 was er de XL-versie met 68 voorstellingen, waarvan achttien internationaal (uit vijf landen). Er gingen vijf coproducties in première (Artforum, Nat Gras, lapzus, ’t Arsenaal en Circ’ombelico) en de eigen productie Als de deur gesloten is moogt ge niet binnenkomen (anders misschien wel), een locatievoorstelling in kinderslaapkamers van/met Annelies Van Hullebusch, Sofie Palmers, Marjolijn Freiling en Katrien Pierlet, speelde 18 keer. In totaal waren er acht premières en acht Belgische premières te zien. Het festival introduceerde jonge makers als Busy Rocks, Alexandra Broeder, Tabea Martin, Jorieke Abbing, Andreia Rodrigues, Jan Martens, Iris Carta, Jef Naes, Inge Liefsoens, Rutger Remkes.
Het Krokusfestival Dans 2011 presenteerde 30 dansvoorstellingen. Er waren coproducties met Ultima Vez, fABULEUS/Tuning People en Nat Gras, de première van Shouting Dance (Krokusfestival/Dans in Limburg, Jonathan Burrows & Matteo Fargion) en work-in-progress. Krokusfestival stelde opnieuw nieuwe makers voor: Tuning People, Barbara Fuchs, Seppe Baeyens, Erik Kaiel, Aitano Cordero, Tabea Martin, Keren Levi. Verder was er een studiemiddag rond kunsteducatie dans, een gesprek met jonge dansers/choreografen (i.s.m. V.T.I.), speciale dansprojecten naar het onderwijs én introduceerden we de Staat van de jeugddans, waarvoor Joke Laureyns de aftrap gaf. Tenslotte werd FRESH TRACKS EUROPE voorgesteld, een internationaal dansnetwerk waar we aan deelnemen met partners uit Oostenrijk, Zweden, Schotland, Nederland, Duitsland en Estland. Na deze twee dansedities menen we te mogen stellen dat het Krokusfestival een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van dans voor een jong publiek in Vlaanderen.
Vanaf 2012 verwierf Krokusfestival een eigen plaats op de internationale festivalkalender voor jong publiek. De XL-versie van 2012 presenteerde negen premières, zes Belgische premières en drie work-in-progress. Het doet goed vast te stellen dat Vlaamse gezelschappen via contacten op en door het Krokusfestival een weg vonden naar buitenlandse podia: fABULEUS, Nat Gras, Tuning People...
Daarnaast gaf het festival ook nu weer kansen aan jonge makers: Manon Avermaete, Joris Van Oosterwijk, Shanti Straub, Arnaud Deflem.
STRUCTURELE WERKING VANAF 2013
Vanaf 2013 ontvangt het Krokusfestival voor het eerst structurele werkingssubsidies van de Vlaamse Overheid.
Het festival bleef uiteraard het grootste en belangrijkste moment van de werking. Om en rond de krokusvakantie nodigde het kinderen en hun (groot)ouders uit op een boeiende cocktail van kinderkunsten. Naast de aandacht voor internationale producties die voor het eerst aan een Belgisch publiek getoond werden, lag de focus voortaan ook op dans en de presentatie van nieuw werk, try-outs en toonmomenten incluis. Ook werden voor het eerst installaties en performance geïntroduceerd in de werking. Meer dan ooit werd Krokusfestival een avontuurlijk ontdekkingsfestival dat toch een breed publiek bereikte.
Daarom ontwikkelde het festival zich ook op het vlak van talentontwikkeling. Soms gebeurde dat door zogenaamd ‘commissioned’ werk waar we aan artiesten vroegen om in een bepaalde context (vb slaapkamer van een kind) een productie te maken. Soms gebeurde dat door co-productionele ondersteuning van gezelschappen en/of makers. Het dansgezelschap voor jong publiek, tout petit, is daar een duidelijk voorbeeld van. Hun eerste vier creaties werden door CCHA en/of Krokusfestival ondersteund en gingen vaak in première tijdens het festival. De internationale werking die het gezelschap later kon ontwikkelen, is zeker voor een deel (naast hun goede voorstellingen uiteraard!) te danken aan het Krokusfestival.
Als motor in het Vlaamse kunstenlandschap jong publiek werkte Krokusfestival vanaf 2013 ook binnen drie internationale projecten. Zo was er het door Interreg Maas/Rijn gesteunde samenwerkingsproject ‘Regio-Theater-Dans’ met partners uit Maastricht, Eupen, Luik en Aken. Verder liep in 2014 de door Creative Europe gesteunde samenwerking ‘Fresh Tracks Europe’ af, waarna Krokusfestival direct initiatief nam om een nieuw project op te starten. Samen met Imaginate (Schotland), Aaben Dans (Denemarken), Scenekunstbruket (Noorwegen) en The Ark (Ierland) ontstond PUSH.
Door PUSH konden Vlaamse makers participeren aan drie artistieke laboratoria (gender, overprotection, migration), en dat samen met 12 internationale makers. Een PUSH-lab was een onderzoekslab waar inspiratie en ontwikkeling voorop stonden, zonder duidelijke of directe output op het vlak van creatie.
Naast het creatieve proces, wilde Krokusfestival vanaf 2013 de reflectie over kinderkunsten in Vlaanderen op een actieve manier stimuleren. Gedurende 2013-2016 concentreerden we ons op twee thema's: ‘Notie van kwaliteit van de kunsten voor jong publiek’ en ‘Taboes en grenzen aan de kunsten voor jong publiek’.
Op die manier verkende het festival de intrinsieke waarde van kunsten voor jong publiek. Kunnen we die kwaliteit benoemen? Bevorderen? Is kwaliteit cultureel bepaald? Zo ja, hoe dan? Of gaat het om subjectieve, niet-meetbare waarden? Daarnaast focusten we op de grenzen, zoals daar zijn: de grens met de kunst voor volwassenen, de taboe-thema’s die weer opdoken (denk maar aan dood, lichamelijkheid, geweld) en de vormen die als niet-evident en dus moeilijk ervaren werden (non-verbaliteit, dans).
In de periode 2013-2016 introduceerde Krokusfestival heel wat internationale makers en producties in Vlaanderen: (o.a.) Teatro Distinto (Italië), Compagnia TPO (Italië), Bernard Sicat (Frankrijk), Arch8(Nederland), Curious Seed (Schotland), Don Gnu (Denemarken), Adrien M & Claire B (Frankrijk), Cas Public (Canada), Hege Haagenrud (Noorwegen), FLOP (Frankrijk), Barrowland Ballet (Schotland) The100Hands (Nederland), Tanzfuchs Produktion (Duitsland), El Patio Teatro (Spanje), Akram Khan Company (UK), Tabea Martin Co. (Zwitserland), Dschungel Wien (Oostenrijk), Shonen / Eric Minh Cuong Castain (Frankrijk), Aaben Dans (Denemarken), Schippers&VanGucht (Nederland), Xirriquiteula teatre (Spanje), Dansstationen Turnekompani (Zweden), enz.
NIEUWE STAPPEN VANAF 2017
Voor de tweede keer werd de aanvraag structurele werkings-middelen (2017-2021) voor het Krokusfestival gehonoreerd. Eerste opzet van het nieuwe dossier was een diepgaande reflectie op het internationale werk. Tot op heden had Krokusfestival vooral Europese voorstellingen in Belgische première gepresenteerd. Een paar concrete gesprekken op internationale festivals over ‘export’ van Europese voorstellingen en workshops naar andere continenten, triggerde de artistieke leiding van het festival. Waarom en ook hoe kunnen er voorstellingen uit andere continenten, met andere kwaliteiten, met andere esthetische keuzes getoond worden? Voorbij de praktische en financiële uitdagingen, lag de grootste meerwaarde in de openheid naar precies die andere culturen en artistiek-esthetische keuzes. Het vreemde, het andere introduceren, daardoor de eigen frames van ‘excellentie’ en ‘kwaliteit’ bevragen, dat werd de uitdaging. Bovendien hoopte het festival door de introductie van deze producties uit andere continenten ook andere publieken te bereiken.
Wat wel meteen duidelijk was, dat alleen de presentatie van voorstellingen uit andere continenten én onvoldoende was én ecologisch onverantwoord. Een diepere reflectie drong zich op. Daaruit is THINK LOCAL CREATE GLOBAL ontstaan. Aanvankelijk (2017-2021) een vijfjarig onderzoekstraject naar mogelijkheden om een ‘mutual artistic approach’ uit te werken. Dat resulteerde in een reeks keynotes, symposia, discussies onder professionele programmeurs en festivaldirecteurs, maar vooral ook in een 3-daags laboratorium ‘artistieke uitwisseling’. Daarin werkte een Latijns-Amerikaans gezelschap samen met Vlaamse kunstenaars in een inspiratief labo dat focuste op uitwisseling van ideeën, technieken, op proces eerder dan op product. In 2019 nodigde het festival het Chileense gezelschap Silencio Blanco uit, in 2020 La llave maestra, ook uit Chili. Na de stilstand in 2021 (zie onder), werd in 2022 Akram Khan Company uitgenodigd voor een exchange lab.
Ondertussen werd de interncontinentale programmering verrijkt met voorstellingen uit Taiwan, Canada, Australië, Brazilië en Chili. Altijd ging dit gepaard met een workshop, masterclass of on-site project door de kunstenaars van het gezelschap.
In 2021 was het omwille van de covid-19 pandemie onmogelijk om een ‘normale’ festivaleditie te organiseren. Er werd ervoor gekozen om aan het einde van augustus het Krokusfestival om te dopen tot Zonnebloemfestival en er een beperkte en vooral zich op locatie (buitenlucht) afspelende zomereditie van te maken. De programmering was vooral Belgisch (en een beetje Nederlands), andere buitenlanden waren toen nog onhaalbaar. Deze keuze gaf wel opportuniteiten aan de makers en gezelschappen om toch te spelen én aan het publiek om een ander facet van het festival te ontdekken.
Een tweede insteek was de uitbouw van de nieuwe technologieën in de podiumkunsten. Tussen 2018 en 2021 werd daartoe een beperkte aanzet geleverd, o.a. door samenwerking met Théâtre de Liège en KIKK Festival Namur. Verder ontwikkelde het festival zich tot een internationaal referentiepunt voor professionele bezoekers. Veel premières, try-outs en netwerkmomenten zorgden voor heel wat internationale belangstelling, met tot 174 delegates in 2020.
DE OPSTART VAN 'HET LAB' ALS RESIDENTIELE WERKPLEK
Sinds 2018 organiseert CCHA / cultuurcentrum Hasselt ook een residentiële werkplek voor jong publiek: HET LAB. Daar kunnen gezelschappen en makers onderzoek doen, participeren aan labo’s in een internationale context, repeteren en ontwikkelen. Tussen 2018 en 2021 gebeurde dat met de steun van de stad Hasselt en met driejarige projectsubsidie van de Vlaamse Gemeenschap, verlengd met één jaar in 2022. Vanaf 2023 (zie onder) gingen HET LAB en Krokusfestival samen in één structurele werkingsdossier, KROKUS.
We kunnen niet om de vaststelling heen dat makers van podiumvoorstellingen (zeker ook voor jong publiek) na hun afstuderen in een onverbiddelijke productiemolen gedropt worden. Haast vanzelfsprekend willen ze zo vlug en zo veel mogelijk op het podium staan voor een zaal met grote mensen en grote recensenten. Best veel (te veel) dramastudenten vinden spelen voor jong publiek van secundair belang.
Een andere, minstens even sterke vaststelling is dat makers/spelers in hun carrière voortdurend springen van productie naar productie. Uiteraard beseffen we het belang van creatie en spelen, maar op dit moment is de drang echt wel dwang geworden, al was het maar om financieel te overleven. Tijd om inspiratie op te doen, om input te krijgen, om onderzoek te doen is of onbetaald of onbestaand. Daar willen we met onze nieuwe visie van HET LAB een ‘steen in de rivier’ verleggen.
In het kunstenlandschap voor jong publiek zijn geen kunstencentra noch werkplekken. Om deze leemte te vullen neemt HET LAB sinds ‘18 die stimulerende plek in, want hoewel de kwaliteit van de creatie voor volwassenen en jong publiek van dezelfde hoogte moet zijn, zijn er duidelijke verschillen in vorm en publieksgerichtheid en heeft het kunstenlandschap jong publiek ook inhoudelijk een specifieke eigenheid.
Vanaf 2019 presenteerde deze werkplek een speciaal project in het Krokusfestival: HET LAB@Krokus. Hierin kregen drie/vier groepen/makers de kans een work-in-progress te tonen aan professionele delegates en aan het publiek, met een nagesprek door de delegates. Op die manier ontwikkelde Krokusfestival een nieuw platform voor talentontwikkeling binnen zijn werking.
HETLAB@KROKUS 2019
HETLAB@KROKUS 2020
HETLAB@KROKUS 2022
HETLAB@KROKUS 2023
25 FESTIVALEDITIES IN 2022
25 edities Krokusfestival, dat werd gevierd in 2022. In de brochure schreven we het aldus:
“Nooit gedacht noch verwacht, maar de 2022-editie van het Krokusfestival is er nog altijd eentje in coronatijden. Helemaal voluit kunnen we dus helaas niet gaan voor deze bijzondere editie. Maar we doen toch waar het festival het beste in is: spitante, boeiende, mooie voorstellingen en projecten presenteren aan kinderen en hun (groot)ouders.”
We nodigden drie gezelschappen en voorstellingen opnieuw uit naar het festival omdat ze bij hun eerste passage memorabel waren:
- Invisible lands - Livsmedlet Theatre
- Echte vrouwen joggen in regenpak - Theater Artemis
- Onder de tafel - Les Zerkiens
We openden met een heel bijzondere voorstelling: Chotto Xenos van de wereldberoemde choreograaf Akram Khan (Belgische première). Samen met Cie Woest en elf jongeren maakten we een bijzondere festivalvoorstelling: DE POPOPPERS! En last but not least na twee jaar, maakten we een line-up alsof corona nooit bestaan had: 19 locaties, 200 activiteiten, 29 podiumproducties, 4 expo’s, 7 premières, 12 Belgische premières, 2 professionele symposia, 1 artistiek uitwisselingslab.
DE DERDE STRUCTURELE WERKINGSPERIODE
Voor de periode 2023-2027 ontvangen we voor de derde keer structurele werkingssubsidies, maar voortaan vormen HET LAB en Krokusfestival een eenheid, namelijk KROKUS. We beschouwen ze als een co-housing onder de vleugels van cultuurcentrum Hasselt. Krokusfestival legt de nadruk op presentatie, in HET LAB staat talentontwikkeling centraal. Beide werkingen zijn zelfstandig en autonoom, maar uiteraard kunnen er verbindingen gemaakt worden, zoals HET LAB@KROKUS.